Afmetingen (Banden)
Vanaf 1 januari 2004 zijn de volgende regels betreffende de afmetingen van toepassing :
- Indien de afmetingen van de gemonteerde banden niet overeenkomen met de afmetingen in het PVG, COC of het instructieboekje moeten de diameters van de gemonteerde banden overeenkomen met de diameters in het PVG met een tolerantie van -2% en +1,5%.
- De montage van niet-oorspronkelijke banden en/of velgen mag er niet toe leiden dat de spoorbreedte meer dan 2% verhoogt. Voor de terreinvoertuigen mag deze afwijking 4% bedragen. De spoorbreedte is de onderlinge afstand tussen de wielen van een as, gemeten vanuit het midden van het loopvlak van de band.
- Het koetswerk moet de banden bedekken. (de banden mogen dus niet buiten de wagen, of het koetswerk uitsteken)
- Er bestaat in alle omstandigheden een vrije ruimte tussen het loopvlak van de band en de binnenvleugel van het voertuig. (de banden mogen dus uiterst rechts of uiterst links gedraaid geen contact met het chassis of ander deel van de wagen maken)
Uitrusting per as
Banden op dezelfde as moeten momenteel dezelfde afmetingen, loadindex en snelheidsindex hebben. Indien dit niet het geval is, krijgen ze een code 2 (herkeuring binnen de 14 dagen).
Vanaf 1 januari 2004 moeten de banden op eenzelfde as dezelfde technische kenmerken hebben. Onder "technische kenmerken" worden het merk, de afmetingen, het laadvermogen, de snelheidsindex, de tekening van de hoofdgroeven en de slijtagegraad over 3/4 van het loopvlak verstaan.
Een normale band en een winterband (M+S) op dezelfde as is niet toegelaten.
Montage
- Indien het voertuig is uitgerust met directionele of asymmetrische banden moeten deze in de correcte zin zijn gemonteerd. Eventuele rotatie-aanduidingen en "binnenzijde-inside" of "buitenzijde-outside" moeten ook gerespecteerd worden.
- Radiaalbanden worden slechts vooraan gemonteerd indien hetzelfde type ook achteraan gemonteerd is.
- Banden die scheuren of barsten vertonen moeten worden vervangen.
- Hertekende of opnieuw ingesneden banden mogen niet worden gemonteerd.
Slijtagegraad
De profieldiepte van de hoofdgroeven van de banden moet minstens 1,6 mm bedragen over 3/4 van het loopvlak. Deze profieldiepte is noodzakelijk om de grip op het wegdek te kunnen garanderen. De kanten van het profiel doorbreken bij regenweer de waterfilm en de groeven zorgen voor de afvoer van het water. Op die manier wordt het droge contactoppervlak met de weg zo groot mogelijk gehouden.
Indien de profieldiepte kleiner is zal een rood keuringsbewijs worden gegeven met een geldigheid van 14 dagen.
E- of e-markering
De banden van voertuigen die een eerste maal in dienst werden gesteld vanaf 1 januari 1998 moeten voorzien zijn van een E- of e-markering. Voor voertuigen van voor deze datum is dit niet verplicht.
Vanaf 1 januari 2004 moeten alle nieuw verkochte banden een E- of e-markering hebben en moeten alle nieuwe voertuigen met dergelijke banden zijn uitgerust.
De E- of e-markering verwijst naar een homologatienummer. Banden die voorzien zijn van een E-markering voldoen aan de Conventie van Genève van 20 maart 1958. Een e-markering verwijst naar de Europese homologatie.
Indien het voertuig niet aan deze eis voldoet wordt een code 4 gegeven. De klant krijgt een groen keuringsbewijs met normale geldigheid maar met een waarschuwing.
Heropgegoten banden
Heropgegoten banden (gerechapeerde of vernieuwde banden) moeten vanaf 1 januari 2006 voorzien zijn van een E-markering. Dit betekent dat zij gehomologeerd zijn volgens het Europees reglement 108 (personenwagens) of 109 (bedrijfsvoertuigen).
Tot deze datum zijn heropgegoten banden toegelaten zonder markering indien het bewijs wordt geleverd dat het om een heropgegoten band gaat die geproduceerd is volgens de regels van de kunst.
Winterbanden (M+S banden)
LET OP; vanaf 01-01-2018 MOETEN M+S oftewel 4 seizoenenbanden voorzien zijn van het TPM symbool met sneeuwvlok. Indien uw banden hier niet van zijn voorzien NA de productiedatum van 01-01-2018 mogen deze niet worden gebruikt als 4 seizoenenband in Duitsland onder winterse omstandigheden.
er geld wel een overgangsregeling voor het gebruik van "oude" M+S of 4 seizoen banden geproduceerd voor 01-01-2018 welke zijn toegestaan tot 2024.
Indien het voertuig uitgerust is met M+S banden met een snelheidsindex lager dan deze voorzien door de constructeur, wordt deze montage aanvaard van 1 oktober tot 30 april, voor zover binnen het gezichtsveld van de bestuurder, een goed leesbaar zelfklevend etiket werd aangebracht met vermelding van de maximumsnelheid voor de betreffende M+S banden.
Dit etiket moet niet noodzakelijk worden verwijderd als het voertuig later wordt uitgerust met banden voorzien van een hogere snelheidsindex.
Deze bepalingen gelden niet voor M+S banden met een snelheidsindex die groter dan of gelijk aan de door de constructeur voorziene index is.